Gletsjermeer Jökulsárlón

Wat was het toetje in het hotel toch lekker, maar daarover strakjes meer. Vandaag vertrekken we richting een nieuwe bestemming en hebben we veel kilometers af te leggen (zo’n 450km). We hebben voor de komende nacht een overnachting in Hotel Laki. Dit ligt vlakbij een plaatsje genaamd: Kirkjubæjarklaustur. Na het ontbijt, het broodjes smeren en de eindschoonmaak van ons huisje bij Egilsstaðir vertrekken we via de Circle road richting het zuiden. Het heeft afgelopen nacht aan een stuk door hard geregend en ook als we vertrekken regent het pijpestelen. Na een half uurtje rijden klaart het gelukkig op en de rest van de dag hebben we prachtig droog weer. De route leidt ons langs een aantal fjorden die we helemaal langs de kustlijn moeten volgen. De uitzichten zijn, zoals we al gewend zijn, zeer mooi. Wat wel opvalt, is dat aan de oostkant van IJsland het qua verkeer zeer rustig is. We komen namelijk de eerste twee uren maar een paar auto’s tegen. Vlak voor het plaatsje Höfn rijden we nog langs een vuurtorentje op een heel mooi plekje (Hvalnesviti). Het waait hier stevig en we hebben het geluk dat er ook een cache ligt. Bij het plaatsje Höfn parkeren we de auto op een parkeerplaats en eten we onze broodjes op. In de verte zien we de eerste gletsjers al liggen.

Een groot gedeelte van het zuidoosten bestaat uit een nationaal park genaamd Vatnajökull. Jökull betekent in het IJslands gletsjer. Deze gletsjer heeft heel veel uitlopers die gewoon als een soort rivier van ijs tot zeeniveau afdalen. Onze volgende stop is bij Jökulsárlón. Hier is een 200 meter diep gletsjermeer waarin ijs afkalft van de gletsjer Breiðamerkurjökull. We gaan hier met een amfibievoertuig het water op en beleven een fantastisch boottochtje tussen de immense ijsschotsen/bergen door. We vinden dit allemaal wel een van de hoogtepunten van de reis. Na de boottocht drinken we een kopje koffie in het restaurant en verkennen we het gebied rondom het meer nog iets meer. We zien oa. zeehonden tussen de ijsschotsen doorzwemmen. Dat die beestjes het niet koud hebben in het water van twee graden is onbegrijpelijk. Ook zien we hoe de ijsschotsen richting zee drijven. We rijden met de auto richting de zee en lopen een stukje langs de riviermonding die vergeven is met ijsblokken. Erg mooi om te zien zijn de vormen van het ijs. Het ijs wat onderwater heeft gelegen/gedreven is kristalhelder. Je kan er gewoon door heen kijken. Iets verderop gaan we vervolgens nog bij een ander gletsjermeer kijken. Deze heeft iets minder ijsschotsen dan de vorige, maar is ook erg mooi om te zien.

Ondertussen is het al over 5 uur en we moeten nog een kleine 100km tot aan het hotel rijden. We rijden aan één stuk door en na kort zoeken vinden we het redelijk luxe hotel op een mooi plaatsje in het landschap. Het hotel heeft zelfs wifi. Dus de verhalen t/m dag 11 kunnen weer ge-upload worden. We eten in het hotel. Er is een buffet met lokale gerechten. Veel vis, maar ook lamsvlees en salades. Dirk is helemaal in zijn sas van één van de toetjes, een warme browniecake. Mjammie, had hij nou maar minder van de rest gegeten. Morgen staat weer een reisdag op het programma alleen dan minder ver. We gaan morgen naar Selfoss waar we onder andere gijsers gaan bekijken.