Taroudant

Vandaag geen reisdag, maar een “rustdag”. We worden wakker met het geluid van de wind. Deze gaat nog steeds behoorlijk te keer. Op de ontbijtborden en glazen heeft zich een dun laagje zand gevormd. Het terras is bezaaid met blaadjes van bloemen en planten. We begrijpen dat de zandstorm niet normaal is voor de tijd van het jaar. Koud is het niet, toch zeker zo tussen de 25 en 28 graden. Na het heerlijke ontbijt, met voor Dirk extra crêpes, en een uurtje relaxen besluiten we Taroudant te gaan verkennen. Het plaatsje ligt op 8 km van onze accommodatie, we pakken dus de auto. Ook op de voorruit heeft zich een dikke laag zand gevormd. De medewerkers maken de ruit lachend schoon. We leggen de 8 km naar Taroudant af en parkeren onze auto bij een bewaakt parkeerterrein. Een noodzaak hier in Marokko wanneer je je auto met banden en zonder ingeslagen ruit terug wilt vinden. Ook bij de accommodaties waar we verblijven, staat de auto altijd op een afgesloten terrein.

Taroudant wordt ommuurd door een prachtige, 18e eeuwse muur. De oudste in zijn soort in Marokko. De muur verkleurt, al naar gelang het tijdstip van de dag en de zonnestand, van geel naar rood. Taroudant is een heerlijke, gemoedelijke plek. We kunnen, sinds Chefchaouen, voor het eerst rustig rondlopen in een stad zonder aangesproken of uitgebreid bekeken te worden. Ook bij de kraampjes krijgen we alle tijd rustig rond te kijken. De mensen zijn vriendelijk en behulpzaam zonder na het bieden van hun (ongevraagde) hulp gelijk om dirhams te vragen. Taroudant heeft een overzichtelijk centrum en twee soukhs: een berbersoukh en een Arabische soukh. Op de berbersoukh kopen we een mix van verschillende dadelsoorten en overheerlijke noga. Uiteraard voor een prikkie. Ook krijgen we bij een van de kruidenkraampjes uitleg over de verschillende kruiden. Op de Arabische soukh kopen we een paar aardenwerken kruidenpotjes. Er wordt hard onderhandeld over de prijs. De Arabische marktkoopman vindt het prachtig hoe Dirk onderhandelt. Hij biedt hem nog net geen baan aan. Uiteraard betalen we toeristenprijzen en dus teveel, maar uiteindelijk zijn we alledrie tevreden over de prijs en wij blij met de souvenirs. We drinken een kop Marokkaanse thee op het centrale plein van de stad en zien het dagelijks leven van de Marokkanen aan ons voorbij gaan. Ook hier vinden we veel Marokkaanse mannen die elkaar opzoeken onder de koelte van een boom of op het terras. We zien hoe een Marokkaanse man die zojuist fruit op de markt heeft gekocht naar een zwerver toeloopt en haar een appel aanbiedt. Door de straten en over het plein volgen we de marktkoopmannen die hun loodzware karren met bananen of granaatappels voortduwen in de hoop voldoende te verkopen om vanavond eten op tafel te kunnen zetten. We genieten van deze stad en rijden dan ook pas in de namiddag terug naar onze accommodatie. ’s Avonds krijgen we de specialiteit van de streek voorgeschoteld: geit! Wonder boven wonder: erg lekker. Morgen rijden we verder naar het zuiden, richting Tafraoute, gelegen in de Amandelvallei. We slapen hier een nacht in Hotel l’Arganier d’Ammalne voordat we onze tocht vervolgen langs de kust van Marokko naar het noorden.

We hopen dat met iedereen alles goed gaat daar in Nederland. We lezen jullie reacties met veel plezier! Het zal wel weer even wennen zijn dat het zo vroeg donker is. Begint de kou ook al in te treden of is het nog steeds aangenaam herfstweer? Langzaamaan beginnen we alweer een klein beetje te verlangen naar alle fijne dingen in Nederland en naar jullie natuurlijk! Ook dat is mooi aan reizen: waarderen wat je thuis hebt en dat toch echt niet willen verruilen voor welk land dan ook!