Dades gorge

We zijn al vroeg wakker, rond een uur of zeven. Het is weer stralend mooi weer, zoals elke dag hier. We hebben nog geen druppel regen gezien. Dat verklaart uiteraard ook waarom alle beekjes en rivieren hier droog staan. Afhankelijk van de hoogte waarop we ons bevinden, is het overdag tussen de 25 en 32 graden. Een heerlijke temperatuur om dingen te ondernemen. Vandaag rijden we via de Dades Vallei naar de Dades Gorge, een tocht van zo’n 50 kilometer. We rijden langs talrijke dadelpalmen en berberdorpjes. De een nog kleurrijker dan de ander. We passeren ezels bepakt met takken, modder of bouwmaterialen. Geiten steken voor ons de weg over. De weg klimt gestaag. Na 32 kilometer bereiken we de Dades Gorge, oftewel de Dadelkloof. We drinken een kop Marokkaanse thee, of zoals ze hier zeggen Berber Whiskey, bij een restaurant met een geweldig uitzicht over de kloof. De kloof is in niets vergelijkbaar met de Todrakloof die we gisteren bezichtigden. Waar de Todrakloof een smalle en grillige kloof is met rotsen die aan weerszijden van de weg tot zo’n 300 meter reiken, is de Dadeskloof een lieflijke, wijde kloof waar een rivier door stroomt, mensen werken op de akkers en dorpjes de kloof een levendige indruk geven. De rotsen worden steeds roder van kleur, er zal hier veel ijzer in de grond zitten. We zien in de rotsen uitgehakte grotwoningen waar de rondtrekkende Berbers tijdens hun verblijf in de kloof hun intrek nemen. Met hun vee, dat ze in de kloof laten grazen, brengen ze de lente en herfst hier door. In de winter en zomer, wanneer het respectievelijk te koud of te warm is, trekken ze naar elders. We zijn blij een auto bij de hand te hebben. Ook hier zien we dat de toeristenbussen slechts het begin van de kloof aandoen en dan omdraaien. Wij kunnen met onze auto de hele 28 km die de kloof lang is, afleggen. Een prachtige rit met veel haarspeldbochten.

Na de 50 km terug te zijn gereden naar Boumalne vervolgen we onze weg richting Skoura. We verlaten de Dadelvallei, die plaatsmaakt voor de Rozenvallei. We zien 101 shops die ons proberen te trekken met hun uithangborden waarop zij hun rozenwater en rozenolie aanprijzen. We laten de winkels links liggen en bereiken na een dik uur rijden de Oase van Skoura. De laatste 5 km dienen we, hoe verrassend, via een onverharde weg af te leggen. We hebben een accommodatie midden in de palmoase van Skoura geboekt. We hebben moeite de accommodatie te vinden, zelfs met gps en navigatie. Een Marokkaan is zo vriendelijk ons de weg te wijzen. We rijden achter hem aan en hebben de accommodatie dan snel gevonden. We waren in de buurt. De ontvangst door de Franse eigenaar en zijn vrouw is erg hartelijk. De kamer is prachtig ingericht in Berberstijl. In de tuin, waarin de mooiste bloemen en planten staan, bevindt zich een zwembad. De accommodatie heeft 6 kamers en is geweldig goed onderhouden. Dat zien we trouwens vaak met Europese eigenaren. We krijgen als welkom thee met koekjes aangeboden. De eigenaar legt ons uit welke wandelmogelijkheden er zijn. We drinken onze thee op en gaan gelijk op pad. Het is inmiddels half 5 en rond 7 uur wordt het donker.

We lopen door de palmoase. Overal waar we komen, zien we palmen met dadels, olijfbomen en granaatappelbomen. De rust hier is heerlijk. We worden door niemand aangesproken, niemand wil ons iets verkopen. We kunnen er gewoon wandelen en genieten zonder op onze hoede te hoeven zijn. Iedereen zegt vriendelijk gedag zonder iets van ons te willen. De palmoase is geweldig. Nog zo’n bezienswaardigheid die we kunnen bekijken, omdat we een auto hebben. Bussen zouden de onverharde en smalle weg hier naartoe nooit kunnen rijden en het hart van de palmoase dan ook niet kunnen bereiken. We bereiken een enorme Kasbah. Hier wonen nog mensen. We komen een Duitse vrouw met haar twee kinderen tegen die in dezelfde accommodatie verblijven als wij. Zij heeft van de eigenaar begrepen dat we naar Mohammed kunnen vragen. Mohammed zal ons dan toegang geven tot de Kasbah waar we naar het dak kunnen lopen om het uitzicht over de palmoase te bekijken. We vinden Mohammed inderdaad. Hij ontvangt ons vriendelijk en opent de deur naar het dak. Hij laat ons weten een kop thee te zullen zetten dat we kunnen drinken zodra we weer beneden zijn. Via een donkere wenteltrap bereiken we het dak. Het uitzicht over de palmoase is prachtig. We kunnen de hele oase overzien en hebben daarnaast zicht op het Atlasgebergte. Eenmaal beneden staat onze thee klaar. Niet veel later lopen we terug naar onze accommodatie. Het was weer een geweldige dag. Morgen rijden we verder naar Ouarzazate, waar we verblijven in een berbertent op Camping Bivouac La Palmeraie.